Dorpswandelingen verslag
Indrukwekkende Stolpersteine-wandeling op 4 mei
Op 4 mei liepen zo’n dertig Warffumers langs 23 stolpersteine, koperen gedenktekens in het trottoir aangebracht voor slachtoffers van de nazi’s. (Verslag en foto’s: Luuk Steemers.)
Het zonnetje schijnt eigenlijk net iets te uitbundig voor deze gelegenheid als de deelnemers aan de stolpersteine-wandeling vanuit de Huiskamer aan het Noorderkerkpad beginnen te wandelen. Kaja van Grieken, voorzitter van de Stichting Stolpersteine Warffum, neemt de tijd om bij de zeven adressen waar stolpersteine, ofwel struikelstenen, liggen, het verhaal te vertellen. Ze spreekt zacht maar met passie. De toehoorders luisteren geboeid. Veel wrange feiten. Zoals het verhaal dat hoort bij de eerste struikelsteen aan het Noorderkerkpad 9 over de zieke 91-jarige, Levie van der Hal en zijn 82-jarige vrouw Froukje die maart 1943 uit hun huis werden gehaald. Zij waren nog de laatste overgeblevenen van de joodse gemeenschap in Warffum.
Aan de Oosterstraat 5-7 liggen vijf struikelstenen voor de familie Broekema. Het lot van vader Benjamin Broekema is in grotere kring bekend geworden doordat journalist Pauline Broekema (achternaamgenoot, maar geen familie) een boek schreef over deze Groninger schrijver, Benjamin een verzwegen dood. Op 15 juli vertrok Benjamin met de trein naar Westerbork. De schuilplaatsen die hem werden aangeboden sloeg hij af omdat hij zijn gezin niet in gevaar wilde brengen. Het verblijf in het doorgangskamp duurde maar een paar dagen. In augustus 1942 werd hij in Auschwitz vermoord. Zijn vrouw, zijn moeder en zijn beide dochtertjes moesten in november van dat jaar Warffum verruilen voor Westerbork. Een paar dagen later stierven ze in vernietigingskamp Auschwitz.
Aan de Oosterstraat 21 ligt een struikelsteen met een volledige geboortedatum. Die wordt alleen vermeld bij kinderen die nog geen jaar oud zijn geworden, legt Kaja uit. Selma van der Hal van Oosterstraat 21 verloor in Westerbork haar baby’tje Victor Salli. Haar man was toen al vermoord. Zelf kwam Selma en haar twee oudste kinderen drie maanden later om in concentratiekamp Sobibor.
De laatste struikelsteen van de wandeling is voor Elias Maurits van der Zijl, die tot eind 1940 directeur was van de Rijks HBS, toen gevestigd aan de Oosterstraat 56. In 1942 werd hij vanuit Amsterdam gedeporteerd naar Westerbork. Zijn zoon stelde alles in het werk om de deportatie van zijn vader naar Polen te voorkomen. De plaatsvervangend commandant van Westerbork beloofde dat zijn vader vrij zou komen als hij kon bewijzen dat hij met een niet-joodse vrouw was getrouwd. Toen hij eindelijk met bewijsstukken in Westerbork werd toegelaten, was de trein naar Auschwitz met zijn vader net vertrokken. Van der Zijl keerde nooit terug, net zoals de andere 22 joodse Warffumers.